Ik ging met Jan eindelijk zijn ID-kaart halen, gedreven door angst voor een geldboete, en toog naar het gemeentehuis dat in de steigers bleek te staan. Na veel zoeken vonden we een 'Tijdelijke ingang' waar we op een bel drukten waarna, na lang wachten, een wantrouwig kijkende man opendeed.
'Goedemiddag meneer, wij komen een ID-Kaart halen!' verklaarde ik opgewekt, want je moet mensen die bij de gemeente werken altijd positief benaderen, anders zetten ze meteen hun hakken in het zand.
'Dan moet je niet hier zijn, maar aan de overkant!' en hij wees naar de andere kant van de stad.
Braaf sukkelden we die kant op, en ik zei tegen Jan: 'Tot nu loopt het precies zo als ik verwacht had.'
'Maar het gaat toch niet zo goed,' vond Jan.
'Precies.'
Het tijdelijke gemeentehuis vonden we ingeklemd tussen de ABN/AMRO en de apotheek, en bij binnenkomst stond er een groot bord met daarop de woorden: 'Heeft u een afspraak? Anders kunnen wij u niet helpen!'
Ik onderdrukte het verlangen te gillen, en liep vastberaden naar de receptie.
'Goedemiddag mevrouw, wij komen een ID-kaart halen!'
'Maar natúúrlijk mevrouw, daar helpen wij u graag mee,' antwoordde de vriendelijke receptioniste. Oh nee, wacht, dat zei ze niet. Eigenlijk vroeg ze:'Heeft u een afspraak?'
'Nee,' moest ik toen bekennen.
'Dan kunnen wij u niet helpen!'
Na enige overweging bleek de receptioniste wel bereid een afspraak te máken, en het bleek dat Jan zijn ID-kaart zelfs zonder mij mocht aanvragen.
'Ik heb morgenochtend een gaatje om 9.10,' bood de receptioniste aan.
'Doet u die maar!' besloot ik meteen, want nu wilde ik wel eens spijkers met koppen slaan. Maar de receptioniste negeerde mij, en zei tegen Jan: 'Wil je die, of wil je liever later? Je wilt natuurlijk uitslapen.'
Jan keek verbluft.
'Wat is de alternatieve tijd?' wilde ik weten.
'Vijf voor elf,' zei ze tegen Jan, en ik voelde me net een Tijgermoeder: opdringerig en bazig.
'Doe die maar,' vond Jan.
'Wat kost tie eigenlijk?' ontdekte ik toen pienter, 'want ik moet hem dan natuurlijk geld meegeven.'
Nu het om geld ging, kreeg ik wel haar aandacht. 'Als u was gekomen toen hij dertien was, had het negen euro gekost, maar nu hij veertien is kost het drieënveertig euro.'
'Dat is knap balen!' vond ik, en Jan zei meelevend: 'Ik had ook gezegd dat we hem eerder hadden moeten halen.'