Al zijn hele schoolcarrière heeft Jan een persoonlijke nemesis in de vorm van zijn klasgenoot Egbert. Egbert mag Jan graag onaangename ziektes toewensen en op zijn tijd een duwtje geven. Jan ondergaat dat gelaten en beschouwt Egbert als één van die onvermijdelijke zaken in het leven, zoals school en de tandarts.
Hoewel Egbert weinig met Jan op heeft, blijkt hij wel vertrouwen te hebben in Jans intelligentie en mag daarom graag bij hem afkijken. Bij het zien van Egberts spiedende blikken, besloot Jan de foute antwoorden op te schrijven, die Egbert tersluiks kopieerde, waarna hij het resultaat triomfantelijk inleverde bij de meester.
Enige minuten later leverde ook Jan zijn toets in, maar pas nadat hij alle foute antwoorden had uitgegumd en vervangen door de juiste. Egbert haalde een 2 voor het juist opschrijven van zijn naam. Jan een 10.
'Sindsdien heeft hij nooit meer afgekeken, mama,' verklaarde Jan.
8
Hoewel Egbert weinig met Jan op heeft, blijkt hij wel vertrouwen te hebben in Jans intelligentie en mag daarom graag bij hem afkijken. Bij het zien van Egberts spiedende blikken, besloot Jan de foute antwoorden op te schrijven, die Egbert tersluiks kopieerde, waarna hij het resultaat triomfantelijk inleverde bij de meester.
Enige minuten later leverde ook Jan zijn toets in, maar pas nadat hij alle foute antwoorden had uitgegumd en vervangen door de juiste. Egbert haalde een 2 voor het juist opschrijven van zijn naam. Jan een 10.
'Sindsdien heeft hij nooit meer afgekeken, mama,' verklaarde Jan.