Toen ik een jaar of elf was maakte ik de fout mijn ouders te vragen of ik 'op kamp' mocht. Dat krijg je er van als je teveel Enid Blython boeken leest, vol met kinderen die spannende avonturen beleven!
Mijn ouders, opgetogen dat ik eindelijk eens iets anders wilde doen dan lezen en salmiakknotsen eten, regelden snel een kamp. Maar naarmate de datum van mijn kampavontuur naderde kreeg ik steeds meer buikpijn. Uiteindelijk hield ik het tweeëneenhalve dag vol, toen viel ik genadig van mijn fiets, en greep dat aan als reden voor een onmiddellijk vertrek.
Wat ik me van die tweeëneenhalve dag herinner is dat ik de hele dag gebukt ging onder hevig heimwee. Pas 's avonds als de kampleiding de kinderen met rust liet, en er geen 'leuke dingen' meer werden gedaan werd het beter. Dan lag ik rustig in mijn stapelbed, en kreeg het leven weer glans.
Zo'n twee jaar later kreeg ik van mijn leraren op de middelbare school het advies niet naar het VWO maar naar de Havo te gaan omdat ik zo'n stille, bedeesde leerling was. Een zelfde advies kreeg mijn oudste dochter zo'n 20 jaar later, met dezelfde motivatie.
Inmiddels ben ik moeder van vijf kinderen, en één van de dingen die ik telkens weer te horen krijg bij oudergesprekken is dat mijn kinderen 'niet sociaal' genoeg zijn. 'Spreken ze wel vaak genoeg af?' vraagt zo'n leerkracht dan bezorgd. 'Zitten ze wel op genoeg clubjes?'
Na het leven van Susan Cains boek
Stil bekijk ik dit stukje levensgeschiedenis met nieuwe ogen. Mijn kinderen ik zijn gewoon introverte mensen in een wereld waarin extravert zijn de norm is geworden!
Plotseling voel ik me niet langer schuldig omdat ik drukke feestjes een gruwel vind, en snap ik ineens waarom pretparken mij sterk aan de hel doen denken. Ik ben gewoon een introvert. Net zoals eenderde tot de helft van de wereldbevolking.
Ik zou het wel uit willen schreeuwen op de tonen van Helen Reddy's 'I am woman hear me roar': 'I am an introvert, hear me roar'.
Maar dat doen introverte mensen niet.