Komt dan nu allen te zamen, en luistert naar het droevige verhaal van De Drie Kerststukjes.
Ooit, heel kort geleden, omdat het gisteren was, waren er eens drie kerststukjes. Met hun voeten van oase stonden ze in een terracotta bloempotje dat voor de gelegenheid was versierd met woest gekreukeld aluminiumpapier.
Ze waren getooid met groenvoer, cocktailprikkers met daaraan felrode kerstballen, gouden klokjes, kerstballen, toiletrollen, stukken karton, oude kranten, broodkorsten en hier en daar een olijke kerstman. En om het helemaal af te maken droegen ze gouden en zilveren boa's. Maar het belangrijkste dat je over De Drie Kerststukjes moet weten is dat ze vet lelijk waren.
En daarom wilde niemand ze hebben. Eenzaam liepen ze door de straten en klopten aan de deuren: 'Wij zijn De Drie Kerststukjes, mogen wij u verblijden?' Maar de ene na de andere deur werd in hun groene muil dichtgegooid, en ze werden kouder en kouder en hun groenvoer begon lelijk uit te vallen.
Toen kreeg een van hen een idee. 'Laten we zeggen dat we de Drie Wijzen zijn, en beweren dat we het kindje Jezus zoeken.' Zo gezegd zo gedaan, en bij de volgende deur zeiden ze: 'Wij zijn de Drie Wijzen, en we zoeken het koningskind. Mogen we binnenkomen?'
'Hmpf,' zei de mevrouw die open deed, volgens mij zijn jullie gewoon De Drie Kerstukjes!' en gooide de deur dicht.
En zo ging het overal.
Eenzaam en verlaten sjokten de Drie Kerststukjes luid huilend door de verlaten, witte straten. Toen zagen ze in de verte een ster schitteren, hoog en licht. Omdat ze toch niks beters te doen hadden liepen ze in de richting van de ster, en vonden een stal met daarin Jozef en Maria en het kindje Jezus in een kribbe. Het kindje Jezus verkondigde met zijn speen triomfantelijk dat hij van zijn vader hield.
'Toneelvereniging De Gulle Lach heeft er wel werk van gemaakt dit jaar,' zei het ene kerstukje goedkeurend. En de andere vroeg aan Jozef: 'Kunnnen jullie nog Drie Wijzen gebruiken? Wij zijn namelijk De Drie Wijzen, die zich verkleed hebben als kerststukjes. 'Drie van onze leden zijn niet komen opdagen vanwege de kou,' antwoordde Jozef enigszins lallend, 'dus we kunnen jullie wel gebruiken,' en hij nam nog een grote slok uit zijn fles Glühwein.
En zo gebeurde het dat De Drie Kerststukjes in de koude kerstnacht toch een plek vonden.
Want hoe lelijk je ook bent, ergens is er een plaats voor jou.
EINDE
Discussiepunten voor Leesclubs
- Er spreekt een duidelijke moraal uit deze moderne, en toch nú al klassieke Kerstparabel. Benoem de moraal, en bespreek wat deze bij je oproept.
- Wat dóét dit verhaal nou met je? Ga naar je gevoel toe en benoem het in de groep.
- Wie in jullie groep voelt zichzelf als de Kerststukjes?
- Wie identificeert zich juist met de mensen die de deuren dicht slaan?
- Waarom dronk Jozef Glühwein?
- Wie miste de kerstman in dit verhaal?
Tip
Zorg voor voldoende tissues
Groot Nieuws voor U
Walt Disney heeft interesse getoond deze kerstklassier te verfilmen.
Flip de Beer heeft zich al opgegeven voor de rol van Jezus, evenals PomPom.