Er zit een onheilspellende ster in het glas van onze voordeur. Achterdochtig keek ik de kinderen aan die natuurlijk allemaal glashard ontkenden. Er zat niets anders op dan de glasservice te bellen om de ruit te laten vervangen.
'Ergens tussen 13 en 15 is hij bij u, mevrouw Orriëns,' zei de telefoniste. 'En kan ik u verder nog ergens mee van dienst zijn, mevrouw Orriëns? Nee, mevrouw Orriëns? Dan wens ik u een prettige dag verder, mevrouw Orriëns. En bedankt voor het bellen mevrouw Orriëns; tot de volgende keer mevrouw Orriëns. Ik ben dankbaar en blij dat ik u van dienst kon zijn mevrouw Orriëns.'
Ik vind dat ze die telefoonscripts erg lang maken tegenwoordig.
Om 16.15 kwam de glaszetter eindelijk aanzakken, in jolige rode jumpsuit met gele strepen. Verwachtingsvol liet ik hem onze ster zien, waarop hij woest met zijn vuist op het glas bonsde.
Verschrikt sprong ik achteruit.
'Jahaaa, mevrouw! Dat is veiligheidsglas! Net als in de auto!' zei hij op trotse toon.
'Goh, ik wist niet dat het zo sterk was,' mompelde ik bewonderend. 'Is dat niet gevaarlijk wat u doet?'
Als antwoord schopte de de glaszetter woest met zijn schoen tegen het gebarsten glas, dat desondanks intact bleef.
'Ja mevrouwtje, en ik heb metáál in de neuzen van mijn schoenen!' en hij keek me gewichtig aan, waarbij zijn blik even afdwaalde naar mijn borsten.
Toch heb ik tien keer liever de wat onbehouwen, enthousiaste vriendelijkheid van de glaszetter, dan de gekuntselde script-vriendelijkheid van de telefoniste.
1
'Ergens tussen 13 en 15 is hij bij u, mevrouw Orriëns,' zei de telefoniste. 'En kan ik u verder nog ergens mee van dienst zijn, mevrouw Orriëns? Nee, mevrouw Orriëns? Dan wens ik u een prettige dag verder, mevrouw Orriëns. En bedankt voor het bellen mevrouw Orriëns; tot de volgende keer mevrouw Orriëns. Ik ben dankbaar en blij dat ik u van dienst kon zijn mevrouw Orriëns.'
Ik vind dat ze die telefoonscripts erg lang maken tegenwoordig.
Om 16.15 kwam de glaszetter eindelijk aanzakken, in jolige rode jumpsuit met gele strepen. Verwachtingsvol liet ik hem onze ster zien, waarop hij woest met zijn vuist op het glas bonsde.
Verschrikt sprong ik achteruit.
'Jahaaa, mevrouw! Dat is veiligheidsglas! Net als in de auto!' zei hij op trotse toon.
'Goh, ik wist niet dat het zo sterk was,' mompelde ik bewonderend. 'Is dat niet gevaarlijk wat u doet?'
Als antwoord schopte de de glaszetter woest met zijn schoen tegen het gebarsten glas, dat desondanks intact bleef.
'Ja mevrouwtje, en ik heb metáál in de neuzen van mijn schoenen!' en hij keek me gewichtig aan, waarbij zijn blik even afdwaalde naar mijn borsten.
Toch heb ik tien keer liever de wat onbehouwen, enthousiaste vriendelijkheid van de glaszetter, dan de gekuntselde script-vriendelijkheid van de telefoniste.