Het is vakantie, en dus dacht ik "Kom laat ik een spel doen met de kinderen!". En met zulk soort dingen moet je niet kinderachtig zijn dus stelde ik Monopoly voor. Een spel met een onduidelijk einde, dat uren kan duren. Ik stelde mezelf als bank, makelaar en speler aan, en we speelden.
Dat wil zeggen ik speelde, en de kinderen schreeuwden. "KOOOP IKKK!!!, KOOOOOPPPP IKKK!". Niet gehinderd door enige rekenvaardigheden kochten ze zich suf, en dus rekende ik me suf. Vooral Jan monopoliseerde de kopersmarkt. Al snel besloot ik daarom mijn hoedanigheid als makelaar aan hem over te dragen, om mijn werkdruk wat te verminderen. Want het valt niet mee om de bank te zijn, de makelaar, een speler, accountant en algeheel rekenkundige. Ik voelde een ernstige burn-out dreigen en ernstige hersen-rsi.
Maar zelfs met het afstoten van mijn makelaardij voelde ik me nog belaagd. Iedereen schreeuwde tegen elkaar en tegen mij, en tetterde in mijn oor. Wat normaal over een dag wordt verspreid, het geschreeuw, de vragen, het multi-tasken kwam in het monopolyspel allemaal bij elkaar in 1 intensieve sessie Moederen. Maar het was te laat om me nog terug te trekken. En net toen ik dacht dat er geen uitweg was, trok ik de kaart: "Ga direct naar de GEVANGENIS. Ga niet langs start. U ontvangt geen 20.000 euro." Toen beroofde ik mijn eigen bank, om er, ontdaan van al mijn functies, nog wat langer te kunnen blijven. Want daar was het relatief rustig.
Geen opmerkingen
Leuk dat je een comment achterlaat! Bedankt!
Wil je op de hoogte blijven van alle comments? Vink dan eenvoudig het vakje aan met: Email follow-up comments!