Kinderboerderij

13-07-2005
Vanmiddag ben ik met de kinderen naar de kinderboerderij gefietst. Van te voren had ik op de kaart opgezocht waar het was, de kinderen ingesmeerd met zonnebrandmiddel, cake gebakken, drinken ingepakt en een boek meegenomen. Een generaal in het leger kon een puntje zuigen aan mijn voorbereidingen. Met twee kinderen op mijn fiets, en 3 op hun eigen fiets gingen we op pad. We fietsten, en we fietsten en we fietsten en toen moest ik concluderen dat we verdwaald waren.

Mijn rugzak kleefde op mijn rug en de kinderen klaagden dat ze het heet hadden. Ik klampte een puberjongen aan die op een bruggetje in het water stond te staren. De puberjongen vertelde mij hoe ik moest fietsen.
"Eerst rechtdoor, en dan na de bocht naar links."
Bevangen door de hitte vatte ik samen: "Oké, eerst naar links en dan voor de bocht rechtdoor?", waarop de puberjongen opgewekt zei: "Ik fiets wel even mee!" Dankzij zijn hulp waren we toen binnen 5 minuten bij de kinderboerderij. We parkeerden onze fietsen, ik hees Ot en Piet van mijn fiets en we maakten ruzie over wie wiens fiets op slot zette. Ik pakte mijn fietstassen met proviand uit, en we liepen het terrein op. Onmiddelijk stormde een grote troep geitjes op ons af. Piet slaakte verrukte gilletjes en de andere kinderen plukten als bezetenen gras om de geitjes te voeren. Ondertussen probeerde ik een schaduwplek te localiseren om te gaan zitten. Een eindje verderop náást een bankje in de brandende zon was wat schaduw.

Ik liet de kinderen achter bij hun geiten en snelde naar het schaduwplekje. Ik rukte mijn Pokémontrommel open, nam een flinke hap cake en slaakte een diepe zucht van genoegen. Maar zo gauw de kinderen merkten dat ik niet meer bij de geiten was volgden ze mij naar mijn rustige plekje; ik voorzag ze allemaal van cake en een pakje drinken en we hadden een heus Gouden Moment. Met z'n allen in het gras, stralendblauwe lucht, landelijke omgeving. We konden zo in de Bona-reclame. Maar toen kwam er een kwaadaardige gigantisch grote haan dreigend op ons af, en ik kreeg visioenen hoe die Piets oogjes eruit zou pikken. Dus hees ik me zuchten overeind en riep de kinderen op om de kinderboerderij verder te gaan verkennen.

We zagen eenden, ganzen en kippen. Eigenlijk was er gewoon heel veel gevogelte. Ik herinnerde me dat ik bang ben voor vogels. Ik houd niet van die kleine dieren die allerlei onrustige, onvoorspelbare bewegingen maken en als er een vogeltje in onze huiskamer vliegt dan weet ik niet wie er banger is: de vogel of ik. Hoewel, aan de stront die daarna overal ligt te zien, wint de vogel. Ik probeerde mijn angst voor al die kippen te verdoezelen, en moedigde de kinderen aan lekker te gaan spelen. Ondertussen speelden er beelden van kipfilet en kippenbouten door mijn hoofd. Mijn innerlijke vegetariër was geschokt.

Terwijl ik nonchalant kippen probeerde te ontwijken dwaalden de kinderen enigszins verveeld rond. Maar plotseling ging er een juichkreet op; ik rende naar ze toe om te zien welk een exotisch dier ze nu toch gevonden hadden! Ze stonden naast elkaar te wijzen en slaakten kreten van verrukking, want wat stond daar in het raam van de snackkiosk? Een pakje Capri Sonne.

Toen zijn we maar naar huis gegaan. Want Capri Sonne hebben we thuis ook.

Geen opmerkingen

Leuk dat je een comment achterlaat! Bedankt!

Wil je op de hoogte blijven van alle comments? Vink dan eenvoudig het vakje aan met: Email follow-up comments!

Nicole Orriëns. Mogelijk gemaakt door Blogger.